Binnen een week doorkruiste ik twee bijzondere Europese stationsomgevingen: van hellingbaan naar megalomaan in Limburg en in Polen.
Maankwartier van Michiel Huisman
Laat ik beginnen met die in Heerlen, die ik bezocht van 18 -20 oktober. Ik was met partner een lang weekend in de stad en was al tijden nieuwsgierig naar het Maankwartier, de opgewaardeerde stationsomgeving van Limburgs’ tweede stad. Bijkomstigheid was dat ik mijn stage vanuit de Middelbare Tuinbouwschool in Frederiksoord bij de Rijks Geologische Dienst in 1976 gelopen had. Ik was benieuwd of ik na vier decennia nog wat elementen van de stad zou herkennen.
Dat bleek weinig, nu ja Glaspaleis Schunck natuurlijk, destijds nog warenhuis, nu cultureel hart van de stad, maar de stationsomgeving in ieder geval niet. Ik was er in de tijd dat Lange Jan en Lange Lies, de schoorstenen van de Oranje Nassaumijnen opgeblazen werden en de sfeer, ook door de sluiting van de mijnen, op straat nogal grimmig was. Zeker in de Stationsstraat was sociale veiligheid in mijn studentenjaren geen sinecure, en al leken het stationsgebouw en omgeving enigszins op dat van Maastricht, de sfeer was er ronduit minder. Wel fijn dat ik nog een hard copy stadsplattegrond uit 1972 bij me had, om me nog enigszins op het verleden te kunnen oriënteren.
Hoe anders is dat nu. Geef een bevlogen kunstenaar de vrije hand en die zet de stad zo op de culturele kaart. Het heeft enige jaren geduurd voordat de plannen van Michiel Huisman, kunstenaar en uitvinder en zelfbenoemd morfoloog, gerealiseerd werden. De eerste ideeën werden geboren in 2002, precies tien jaar later werd met de bouw begonnen en dit jaar voltooid. Al is voltooid een groot woord, want Huisman lijkt nooit klaar te zijn met plannen. In het geval van het Maankwartier wil hij aanloopstraten naar het station verlevendigen door de strijd met de winkelleegstand aan te gaan, zo las ik tijdens mijn verblijf in de lokale media. Identiteit heeft het complex zeer zeker. Vooral de Zonnetoren is in de avonduren een schitterend baken.
Opvallend steile hellingbaan
Opvallend is dat je vanuit perronniveau aankomt en met stijgpunten of lift naar boven gaat, naar een stationshal op plus 2. De hal gaat over in een plein, met een opvallende hellingbaan die, als het ware als de tong van de kameleon, de Saroleastraat naar het centrum in loopt. Het doet me sterk denken aan het kasteel waar in de film van Tim Burton, Edward Scissorhands (Johnny Depp) in woont en waar een sterke hellingbaan in een wijk terechtkomt met pastelkleurige laagbouw. De hellingbaan is totaal onverantwoord: tijdens de afdaling zag ik een oudere vrouw omhoog zwoegen. Een hellingspercentage van 1:20 is echt het maximum wat een mens met fysieke beperking aankan. Ik denk dat de weg onder een helling van 1:4 is ontworpen. Parallel, maar uit de zichtlijn, loopt een roltrap en je mag hopen dat ergens een lift is opgenomen. Ik weet zeker dat je als landschapsarchitect een dergelijke oplossing nooit door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit zou krijgen, maar een kunstenaar staat boven de wet. Het zal mij benieuwen of deze oplossing er over drie jaar nog is. Spectaculair is het in ieder geval wel.
Megalomaan station Lodz Fabryczna
Precies een week later stapte ik uit de trein in Lodz Fabryczna, het met veel EU-geld opgetuigde nieuwe station in deze Poolse voormalige textielstad. Eerder dit jaar, toen ook net als nu drie dagen workshops aan de Politechnische Universiteit gaf over sociaal veilig ontwerpen, had ik me al verbaasd over het megalomane karakter van het station. Hoe anders dan de eerste keer dat ik hier per trein aankwam (november 2011) en het er uitzag als station Heerlen 1976.
Je komt aan op min 2, stapt de lift in en arriveert dan op min 1. Min één? Ik wil naar niveau nul. Maar nee, de lift gaat niet verder. Het lijkt de bedoeling van de architect, studio Systra, een Frans ingenieursbureau, dat je je na een hellingbaan van een kleine driehonderd meter (1:3000) beweegt door een lege hal, zeer overdadig modern gedecoreerd. Je ziet nog steeds niet waar je bent, en heel langzaam duiken de contouren van de door MVRDV ontworpen kantoorgebouwen op. Eenmaal buiten zet de hellingbaan zich nog enkele honderden meters voort en pas dan heb je zicht op de stad. Ik denk niet dat hier een landschapsarchitect bij betrokken is geweest. Ik draai me om en vraag me af wie er toezicht houdt op de verdeling van EU-gelden.
Want tegelijk duikt het beeld op van dat andere station: Lodz Kaliska. Dat ligt er nog steeds bij als station Heerlen in 1976, terwijl dit eigenlijk een veel centraler gelegen station is. Tenminste, als je ervan uit gaat dat een station niet alleen toeristen moet bedienen, maar ook de mensen die hoofdstedelijk wonen en dringend de auto uit moeten om over te stappen op OV en om hen tevens te bevrijden van de spaghetti-infrastructuur, waar het station mee is omwikkeld.